Teken je eigen (brei)patroon

Klinkt een patroon tekenen je ingewikkeld in de oren? Anders dan sommige tijdschriften je doen geloven, is dat namelijk helemaal niet het geval. Verwonder je over je eigen kunnen en begin er eens aan. Als je namelijk recht en averecht kunt breien én kunt tellen, dan moet een (brei)patroon tekenen je makkelijk afgaan. Hoe je dat precies aanpakt, lees je in dit blog.

Stap 1: Weet wat je wil breien Voor elk kledingstuk of iets anders heb je een ander aantal steken nodig. Als je al eens gebreid hebt, dan weet je bovendien dat je een bepaald aantal steken per 10 cm breit (de zogenaamde stekenproef). Schat dus allereerst in hoeveel steken je ongeveer nodig hebt. Let op: een even aantal is vaak het fijnst, zeker voor het tellen straks. Voor het bepalen van het aantal steken spieken op een al bestaand patroon of zelfs meerdere mag natuurlijk ook.

Stap 2: Weet waarmee je wil breien Het type wol en het type breipen maken uit voor hoe breed en hoe lang je kledingstuk uiteindelijk wordt. Het helpt dus als je je weet hoeveel de breedte en de lengte is van de stekenproef van het bepaald type wol dat je hebt gekozen. Maakt de maat je niet zoveel uit, dan is deze stap overigens niet zo belangrijk. Ga dan liever uit van iets meer steken dan iets minder. Je kunt achteraf immers geen steken meer bijbreien.

Stap 3: Kies hoe je de steken afwisselt Als je recht en averecht afwisselt dan kun je ontelbaar veel patronen creëeren. Het is echter de kunst om te weten wat je wil. Wil je om en om een steek of een rij recht of averecht breien of kies je voor een serie recht en dan weer een serie averecht om bijvoorbeeld kabels te breien. Een oud breiboek kan je helpen. En dan bedoel ik niet zo’n boek met ingewikkelde patronen, maar een boek wat laat zien hoe je de steken kunt afwisselen. Ik heb bijvoorbeeld eens het boek Breien, het complete handboek op de kop getikt bij de kringloop en dat boek helpt mij te kiezen voor een patroon.

Stap 4: Teken je patroon Als je dan weet wat je wil breien en hoeveel steken je nodig hebt, de juiste wolsoort en breipen hebt gekozen en weet hoe je de steken wil afwisselen, dan kun je gaan tekenen op ruitjespapier. Je begint met simpelweg het noteren of ook nummeren van de steken, stuk voor stuk. Daarna ga je tellen: hoeveel van de afwisselende recht-averechtstekencombinaties, bij een kabel bijvoorbeeld 2 x 2 of 4 x 4, passen in je patroon? Denk je zeker te weten dat het past dan kun je links of rechts starten met tekenen, maar liever nog is het midden je startpunt. Dan zie je namelijk meteen of je patroon eventueel toch spaak loopt. Gebruik verder kleuren of patronen als streepjes, stipjes e.d. om aan te geven of er recht of averecht gebreid moet worden. Dat maakt het patroon leesbaar tijdens het breien.

Heb je het hele patroon zo getekend dan kun je aan de slag. Mocht je tijdens het opzetten of na een paar rijen toch iets anders willen, dan moet je weer terug naar de tekentafel. Laat je mij hieronder of via Instagram weten welk patroon je getekend hebt?

Reageer vooral

Ik ben Nelleke

En ik heet je welkom bij Verwonder je, een blog over je verwonderen door simpelweg te doen. Lees, creëer, tuinier en reis. Altijd speels, klein en vertragend. Ga met mij mee op verwonderpad!

Laten we elkaar verwonderen via